Tuesday 8 September 2009

Broome

Dinsdag tijd voor de laatste trip met Nick. In Mornington eerst nog even zwaaien naar de skippies en dan over een uur "niks" naar Derby om te tanken.

We hadden even getwijfeld om Mornington over te slaan, een dag langer Faraway te zijn en dan direct door te gaan richting Horizontal Falls maar we zijn toch blij dat we dat niet gedaan hebben. Het was toch weer echt anders dan de andere delen die we gezien hebben. Het landschap heeft er zelfs iets weg van Afrika, alleen hebben ze hier dan absoluut geen groot wild (als je de crocs even niet meeteld).

Ook onderweg vanuit Derby naar de Falls ziet het er weer totaal anders uit. Hier heb je grote moddervlakten die bij springtij helemaal onder water komen te staan. De stroompjes die overblijven zien er een beetje uit als takken van een boom en de zon schittert behoorlijk op de natte ondergrond.

Daarna wordt het nog mooier, via de Horizontal Falls naar Cape Leveque. De horizontal falls zijn eigenlijk gewoon stroomversnellingen tussen de rotsen door in zee die worden veroorzaakt door de combinatie van de smalle doorgang en het grote getijdeverschil.

Vlakbij deze Falls zien we een walvis met haar cub in het water. Collega's van Nick hadden via de radio al aangegeven dat ze die de dag er voor daar gezien hadden dus zijn wij er ook naar op zoek gegaan. We kunnen niet al te laag omdat er vlakbij ook een airstrip is bij een mijn op Cockatoo Island en er net een vliegtuig in aantocht is. Toch kunnen we de walvis ook vanaf 3500 voet goed zien wanneer we er rondjes omheen draaien.

Cape Leveque is het uiterste puntje van een groot schiereiland aan de australische westkust. De kleuren zijn er echt prachtig zowel van het water als het land er direct omheen. Interessante runway ook weer tussen de bomen met een berg rul zand en ook nog standaard windshear. Prachtig direct langs de oude vuurtoren.

Het boottochtje dat we daar gepland hadden viel een beetje tegen. Allerlei kotsende en jankende kinderen om ons heen hielp ook niet echt. Gelukkig vonden ze tegen het einde van de tour toch nog een paar humpbacks. Blijft mooi, maar deze hadden er die dag ook niet echt zin in. Kennelijk voelde iedereen een beetje met ons mee dat dit de laatste dag was van dit fantastische deel van onze trip. Je kunt met het vliegtuig zoveel meer zien in een week tijd zonder dat je de hele dag in de auto zit rond te butsen.

Laatste stukje vliegen van Cape Leveque naar Broome. Broome heeft al weer tekenen van de bewoonde wereld, compleet met huizen, asfalt en zelfs een behoorlijk vliegveld. We backtracken een stuk achter een 737 aan die zich klaarmaakt om op te stijgen. Zo dicht hadden we daar nog nooit achter gezeten. Nick zet ons netjes af bij de general aviation gates, belt nog een taxi ook en gaat vervolgens nog even voor het vliegtuig zorgen. We zien elkaar later nog in ons hotel en hij vliegt morgenochtend pas terug naar Kununurra.

Na het opstijgen reden er opeens allemaal autootjes over de runway want kennelijk hadden ze het idee dat er bij de start iets van de Quantas machine was afgevallen.

We hadden een dealtje kunnen maken met het Cable Beach resort direct aan Cable Beach wat bekend staat om zijn prachtige zonsondergangen. Ze rijden hier dan met kamelen over het strand (stinkt goed) en de hele meute staat klaar met camera's voor de sunset. Prachtig schaapjes wolken maar net precies waar de zon moet ondergang zit er net een grote wolk die de boel een beetje verpest.

Geen punt want wij hebben de cocktails al binnen in de sunset & beach bar en hebben daarna daar nog lekker even Nick uitgenodigd voor het eten om afscheid te nemen. Hij heeft echt super voor ons gezorgd de hele trip en we hebben samen een hoop lol gehad. Wellicht komt hij volgend jaar naar Europa met zijn vriendinnetje die ook piloot is. Dan kunnen wij hen misschien even rondvliegen.

Morgen (woensdag, dus vandaag eigenlijk want het begint al licht te worden) vliegen we in de avond van Broome naar Perth. Daar hebben we een auto gehuurd en rijden we naar Fremantle waar we overnachten. De dag erna is het de bedoeling om richting Margaret River te rijden in het wijngebied waar we een paar dagen in Cape Lodge blijven voordat we weer verhuizen naar de oostkust. Het zal daar wel een stuk kouder zijn dan hier in de Kimberley (misschien wel minder dan de helft), maar dan kunnen we weer even afkoelen voor het volgende deel van de reis.


Voordat we vertrekken kan ik nog mooi hier de foto's in de laatste blogs bijwerken want daar liep ik in de rimboe zonder internet een beetje mee achter.

Vandaag zijn we precies op de helft.....

Mornington

Zondagochtend heel vroeg uit Faraway Bay vertrokken. Jammer om weg te gaan maar we hebben nog een hoop plaatsen te ontdekken. Goed dat we hier een extra dag gebleven zijn, want Marijke is weer helemaal fit.

Gisteravond heeft ze nog gitaar zitten spelen met de kok, Sam Smith die eigenlijk muzikant wil worden. Hij schrijft zijn eigen muziek en speelt en zingt echt goed. We hebben een cd van hem meegekregen, die ik kan gebruiken voor de video's. Sam hoopt dat er nog een keer een rijke platenbaas in Faraway Bay langskomt die hem ontdekt. Waarom niet?

We vliegen eerst vanuit de airstrip over de hutjes, dan langs de kustlijn vanuit Faraway Bay naar Mitchell Plateau en vervolgens door naar de grote watervallen (die ook nagenoeg droog staan) van Mitchell Falls. Nog steeds mooi vanuit de lucht maar het moet er echt spectaculair anders uitzien aan het einde van het wet season.
Na Mitchell Falls vliegen we tussen Mount Trafalgar en Mount Waterloo door (zo genoemd door de engelsen om de fransen te pesten) en vliegen we over de gorges van de Prince Regent river weer landinwaarts.

We moeten eerst nog even tanken bij een basis van Slingair op Drysdale Station. Ook zo'n verlaten strip in the middle of nowhere van waaruit ze in het seizoen toeristen met een heli naar de Falls en zo brengen. Nu het langzaam warmer wordt is er niets meer te doen en zit Nick's collega daar zich behoorlijk te vervelen.

Vanuit Drysdale is het nog een klein uurtje naar het zuiden naar de Mornington Wilderness Sanctuary, 1 van de 20 wildlife conservation centers van het AWC. Een plek waar veel bird nerds naar toe komen maar ook voor ons is er genoeg te doen. We slapen er in grote open safari tenten geimporteerd uit Zuid-Afrika in het bos aan een kreekje en het blijkt er gelukkig 's nachts eigenlijk heel lekker te zijn. We waren een beetje benauwd dat het zover landinwaarts echt heel warm zou worden. Het is overdag wel 37 graden maar er staat ook een lekker windje.

Wilderness Jill brengt ons meteen de eerste dag eerst naar Blue Bush (zwemmen) en dan naar St John Gorge. Na enig aandringen mag Nick ook mee op de tours hier. Lekker zwemmen, kaasplankje erbij, en een prachtige zonsondergang (zowel waar de zon ondergaat als de rotsen die helemaal rood oplichten).

Wel een geknots op de weg er naar toe. Die bewerken ze wel elk jaar maar zo aan het einde van het dry season kun je er gemiddeld niet eens 20km per uur op halen. Het is wel even leuk om door kreekjes te rijden met de grote snorkel voorop maar je moet er niet aan denken dat je zo uren en uren met de auto door de Kimberley aan het trekken bent (ok beetje verwend maar toch).

In de nacht hoor je in de open tent echt van alles en nog wat. Er komen allerlei skippies langs de tent huppen, flying foxes (grote vleermuizen) die met hun vleugels wapperen en nog van alles wat je niet eens thuis kunt brengen. In de ochtend bij het eerste licht gaat het concert pas echt los en doen honderden vogels hun best om de rest te overstemmen. Die eer is toch echt weggelegd voor de cockatoo's die echt een enorme tering herrie weten te maken.

De volgende dag weer naar een volgende gorge (Dimond Gorge), 24 km rijden dus een uur en een kwartier. Daar kunnen we heerlijk canoen, zwemmen en lunchen. Gelukkig geen crocs in sight.

Volgende dag moeten we al om 6 uur weg om op tijd in Cape Leveque te zijn maar dat is op zich geen punt, omdat we dan toch al lang wakker zijn van het licht en alle natuurlijke wekkers om ons heen.

Saturday 5 September 2009

Faraway Bay 2

Gisteren was Marijke toch weer niet helemaal fit, dus die is in het resort gebleven. In de middag dacht ze al wel weer mee te kunnen om te gaan zeevissen maar dat hebben we toch maar even niet gedaan.

Dus had Nick toch geluk en was er alsnog plaats voor hem op de boot naar King George Falls. Best wel een eindje varen over de oceaan en de golven zijn zeker wanneer we uit de baaien varen behoorlijk dus we knotsen behoorlijk op en neer. Geen probleem voor Nick, die krijgt het zelfs voor elkaar om de hele terugweg in slaap te vallen.

De Falls zelf staan sinds 3 weken droog en blijven zo tot het wet season. Nog steeds indrukwekkend, net als het ritje door King George River er naar toe. We maken nog allerlei tussenstops, oa bij een lagoon achter een strand waar nog verse croc sporen lopen. We gaan ook nog even in een behoorlijk smalle kreek op zoek naar crocs maar zeker op het einde vond ik het niet erg dat we er geen vonden.

In de middag ben ik dus voor het eerst gaan zeevissen. Het was pas de tweede keer dat ik ging vissen na mijn doop als stoere visser in Alaska. Deze keer gingen we op een soort Golden Snapper (of eigenlijk "Fingerprint") vissen bij het rif, met sardientjes en garnalen als aas aan een haak een paar decimeter boven het lood wat op de bodem zakt. maar
Ik werd nogal verwend door Tim, de guide, die zelfs het aas er telkens aan deed. Ik dacht dat ik meteen goed begon maar ik bleek alleen de bodem van de oceaan vast te hebben.

Daarna werd het wel een beetje frustrerend voor de ervaren visser die ook mee was want ik ving een stuk of tien kleinere vissen (nog steeds groter dan wat je in een restaurant op je bord krijgt) en ook zijn vrouw had er al snel een paar. Als afsluiter kreeg ik zelfs een grote Golden Snapper te pakken van een kilo of 8. Die gaat vanavond speciaal ingepakt in boomschors op het kampvuur want hij is te groot voor in de oven. Gisteravond nog een hoop gelachen over de "pussy dutchmen" die zijn vis niet eens van de haak haalt maar alle stoere outbackers kwamen zonder vis thuis.

Kan vanavond ook nog wat worden want vanmorgen heeft alleen Belinda een makreel gevangen toen we aan het trawling vissen waren op zee en in de kreek. De vis was bijna zo groot als zij zelf.

Om zeker te zijn blijven we hier nu een dag langer en vliegen we dus pas zondagochtend naar Mornington. Met de warmte is het beter om vroeg te vliegen als er nog weinig turbulentie is. Misschien blijven we toch 2 dagen in Mornington zodat we pas een dag later in Broome aankomen. Na een paar nachtjes Broome vliegen we dan in een keer door naar Perth en gaan we daar naar de wijnstreek een paar uur rijden naar het zuiden.

Marijke is weer fit, die is vanmorgen ook met de stoere mannen mee wezen vissen.

We blijven vanmiddag lekker hier op het plateau zitten aan de oceaan. Met een forse bries in de schaduw is het hier super uit te houden. Het waait te hard om nog uit te varen en we hebben ook wel even genoeg gelopen en naar rock art gekeken. Zo meteen een biertje erbij en dan gaan we lekker kijken hoe het mijn vis vergaat op het kampvuur dat net is aangestoken.



We hebben Sander trouwens ook vanmorgen nog even gesproken. Die had ook nog een verrassing want zijn paps stond opeens voor zijn neus. Die is in de US op vakantie en nu ook even bij Sander aan het kijken. Echt leuk voor Sander, kan hij mooi laten zien hoe ver hij al is en hoe goed hij het al allemaal zelf regelt.

Thursday 3 September 2009

Faraway Bay

Vandaag zijn we vroeg opgestaan om al om 7:00 richting Faraway Bay te vliegen. Het bush camp van Faraway Bay ligt helemaal in the middle of nowhere aan de Timor Sea en je kunt er alleen per vliegtuig komen (of boot met een beetje geduld).

Voor dat we er aankomen vliegen we nog over een paar locaties van de film Australia, onder andere daar waar de "boerderij" van het begin van de film heeft gestaan, onder aan de berg waar opa aboriginal King George bovenop staat.

Ook vliegen we over de King George Falls, die zijn zelfs nu er geen water overheen stroomt nog steeds indrukwekkend. Veel rivieren die in de oceaan uitmonden in de Kimberleys hebben hoge cliff wanden en zien er prachtig uit, ook vanuit de lucht.

Faraway Bay is echt helemaal fantastisch. We landen op een smalle gravelstrip tussen de bomen en rijden vervolgens met Bruce de eigenaar over zijn eigen "Bruce Highway" (een hobbelig zandpad vol bochten) naar het camp.


Het uitzicht vanuit het camp is echt niet normaal en er zijn een stuk of 8 individuele hutjes voor de gasten. De hutjes zelf zijn op zich heel eenvoudig, maar De huisjes hebben een eigen douche (buiten) waar je 's morgens heerlijk in de opkomende zon staat (en 's avonds in de volle maan). Wanneer je rond half zes bij zonsopkomst wakker wordt huppen de skippies voor de open ramen voorbij.

Alles bij elkaar zijn er 18 mensen waarvan 1o betalende gasten en Nick. De volgende dag gaan daar nog 4 van weg ook dus dan is het ook wel te begrijpen dat dit resort net iets duurder is dan de anderen. De kok Sam en zijn vriendinnetje zorgen dan wel drie keer per dag fantastisch voor je (vaak met het eten dat de gasten zelf gevangen hebben), en ook alle dingen die we overdag doen zitten er allemaal bij in.


Daarnaast zijn er dan nog de jonge sea eagle en de gewonde pelican die een van de gasten heeft meegebracht en die niet meer weg te slaan is. Ook die worden dagelijks verzorgd met een luxe sashimi maaltje.

Er is een afslagplaats met een paar kromme golfclubs zodat we nog wat in training kunnen blijven. Wanneer je de paal op het strand raakt krijg je een gratis week vakantie (als Bruce het ziet). Of hij ook al te veel moeite doet om die kant op te kijken verteld het verhaal niet.

We moeten meteen opschieten want de boot wacht al op ons om via de oceaan een paar baaien verder naar Lost City te gaan. De bush man van het camp, Steve, heeft daar allerlei rotstekeningen van meer dan 20.000 jaar oud ontdekt die alleen door op de rotsen te klimmen vanaf het strand bereikbaar zijn. Hoewel die tekeningetjes ons niet bijzonder aanspreken (dat kunnen Roos en Mats binnenkort ook) is het toch wel indrukwekkend om te zien hoe mensen daar al zo lang geleden geleefd hebben.


Vanmiddag is er even niets tot we om half5 gaan sunsetten met champagne. Daarna gaan we de enorme makrelen (bijna anderhalve meter lang) opeten die de andere gasten vanmorgen al gevangen hebben. 1 ervan is niet meer helemaal heel omdat een haai er al aan begon te peuzelen terwijl ze hem aan het binnenhalen waren.

We blijven hier nog 2 nachten slapen dus gaan er nog lekker even van genieten. We hebben hier eindelijk weer internet zodat we ook het blog weer even kunnen bijwerken en ook even met Rud hebben kunnen skypen die vandaag jarig is. Laten we dan ook maar zeggen dat we de champagne van straks uiteraard alleen voor jouw verjaardag drinken. Proost!!

El Questro Wilderness Camp



Dinsdag 1 september


Vanmorgen vroeg op. Het is op zich geen probleem om vroeg wakker te worden, want de klok is gisteren weer anderhalf uur verder terug gegaan (we lopen nu nog maar 6 uur voor op Nederland). Daarnaast is het vannacht door de bewolking niet verder afgekoeld dan 26 graden en dat helpt ook niet echt om te slapen in een tentje.

We kunnen al weer vroeg aan de bak want om 8:00 worden we op het vliegveld verwacht voor een spectaculaire helicopter vlucht door de Bungles. Ook heel mooi, zeker wanneer de piloot nog even aanzet en door de kloven gaat vliegen. Hij roept nog even tegen niemand zeggen maar dat kan hij niet al te serieus menen toch gezien de HD video die uiteraard de hele tijd meedraait. Toch ook wel heel leuk zo'n heli omdat je voorwaartse snelheid tenminste niet altijd zo hoog is zodat je veel meer ziet dan in het vliegtuig. En lopend zou het echt dagen kosten om te zien wat we nu in een halfuurtje meemaken.

Nick heeft het vliegtuig al weer klaar staan, alle bagage aan boord. Hij zal ons bij El Questro afzetten, ongeveer een uurtje vliegen. Eerst vliegen we nog over de grootste diamant mijn ter wereld (Argyle, onderdeel van Rio Tinto), waar een kwart van de wereldwijde diamanten vandaan schijnen te komen.

Ook een mooi verhaal trouwens. Het bedrijf wat nu eigenaar is van de grond heeft min of meer per toeval ontdekt dat daar diamanten waren. De grond was echter nog een aantal maanden geleased door een ander bedrijf wat in de basis in andere grondstoffen geinteresseerd was. Ze hebben toen geprobeerd dat geheim te houden, maar dat is uiteraard weer niet helemaal gelukt. Toen duidelijk werd dat het andere bedrijf er lucht van had gekregen dat er iets met diamanten aan de hand was zijn ze op een heel andere plek (in de buurt van El Questro) druk met vliegtuigen en 4WD's gaan rondrijden om de indruk te wekken dat ze daar in die buurt iets gevonden hadden. Dat heeft nog gewerkt ook en op de dag dat de lease op het land verlopen was hebben zij de lease overgenomen en kenbaar gemaakt dat ze diamanten gevonden hadden.


We zitten hier inmiddels in El Questro. Prima hutje met airco en al, ook wel weer lekker. Dicht aan een riviertje waar je lekker in kunt zwemmen. Vandaag doen we lekker niets behalve een beetje eten en drinken en een boekje lezen.


 
Woensdag 2 september

We hebben geen auto hier en dat is net hier niet echt handig. Er zijn heel veel mooie plekken te zien maar je moet eerst een paar kilometer rijden voor je aan de vaak niet al te lange wandeling er naartoe kunt beginnen. De Rangers zijn drukdrukdruk dus moeten we zelf iets verzinnen.

Dus maar genoeg water mee en hopen dat we onderweg nog ergens een lift kunnen oppikken. Gelukkig lukt dat al snel, want ik weet niet of we het anders gehaald zouden hebben. Twee heel aardige aussies uit de buurt van Melbourne pikken ons op, terwijl ze eigenlijk helemaal geen plek meer in hun pop-top toyota hebben. Cath schuift wat op en Marijke op mijn schoot en zo komen we toch nog bij Zebedee Springs.



De springs zijn warmwater poeltjes met wat watervalletjes er tussen midden onder de palmbomen. Niet lastig om het daar uit te houden tot 12 uur. Om 12 uur moeten we er uit want dan zijn de springs gereserveerd voor de rijke mensen. Die zitten niet in El Questro station zoals wij maar in El Questro Homestead, op de rand van de klif van Chamberlain Gorge.

Na de lunch zijn we met dezelfde mensen nog gezellig op een champagne boottochtje geweest verderop in Chamberlain Gorge. Bij de ankerplaats aan het eind zwemmen er allerlei vissen rond de boot waaronder een grote barramundi en wat catfish (lijkt op een klein haaitje). Het mooiste zijn echter de kleinere vissen die wanneer je voer tussen je vingers houdt proberen om dat er met een waterstraal uit te spuiten. Ze spuiten zo een paar meter hoog en schijnen te leven van het uit de lucht schieten van vliegen en zo. Lachen.

Er is een aboriginal aan boord van de cruise, Buddy Tyson. Bruce had hem al genoemd om de verhalen die hij vertellen kan. Op de heenweg is daar weinig van te merken maar na een paar glazen champagne gaat het op de terugweg een heel stuk beter al is er (in ieder geval voor ons) geen touw aan vast te knopen. Buddy ziet er niet echt als een aboriginal uit, en zijn paard (heeft o.a. rodeo's gereden in de US) zit ook nog tussen zijn benen als het er niet zit zo krom loopt hij.

Bungle Bungles

Maandag 31 augustus

Het vliegveld van Katherine is voor burgers heel klein, de baan zelf is wel fors omdat die ook gebruikt wordt door de RAAF basis Tindal. Nick staat al op ons te wachten, een vrolijke vent die maar net een paar jaar ouder is als Sander. Hij werkt nu bijna 2 jaar bij Slingair samen met zijn vriendinnetje dat hij op de flight school in New Zeeland heeft leren kennen. Ook hier helpt de crisis niet echt om direct een baan bij de grote airlines te krijgen. Ze zijn allebei wel nog mooi op tijd geweest om hier een baan als charter piloot te krijgen. Volgens mij is hier het hele jaar door relatief veel werk, zelfs in het wet season, en niet alleen met touristen maar ook met bv mijnwerkers voor de Argyle Diamond Mine die moeten worden ingevlogen en zo.

We vliegen met een 210RG waar in principe 6 mensen in kunnen. Ruimte genoeg dus. Het toestel lijkt qua bediening heel veel op de 172's waar wij in de US mee gevlogen hebben. Ook een oud barrel maar het vliegt nog prima. Het eerste uur van de vlucht naar het Bungle Bungle Safari Camp, onze eerste bestemming, is er niet veel te zien. Grote droge vlaktes met niks, dat hebben we al eerder gezien.

Moeilijk om je voor te stellen hoe anders het landschap er uit ziet in het wet season. Nick weet het wel mooi te illustreren wanneer hij vertelt hoe ze toen ze deze kant op verhuisden niet eens in Kununurra konden komen omdat de brug over Victoria River 13 meter onder water stond. Ze zijn toen maar terug naar Darwin gegaan en verder met het vliegtuig. Toen het water weer iets gezakt was is Nick teruggegaan om de auto op te halen en deze keer had hij net geluk. Terwijl hij over de brug reed (weer zo'n 400km van Darwin) stond het water al weer gelijk aan de brug en reed er net een politie auto aan de andere kant van de weg om de brug weer af te sluiten (would have been a bit of a worry mate).
Inmiddels zijn ze een nieuwe (hogere) brug aan het bouwen en als het goed is is die net op tijd klaar voor het nieuwe wet season.

Een stuk verderop krijgen we het grote Lake Argyle in zicht, het grootste man made (stuwdam) meer op het zuidelijk halfrond. Via het meer vliegen we richting de Bungle Bungles, een heel apart gebergte met heuvels in de vorm van bijenkorven. Net ten noorden ervan kun je heel mooi zien hoe verschillende continentale platen in het verleden met elkaar in botsing zijn gekomen, het landschap ziet er uit als een aantal golven in de branding op zee.

Die Bungles zien er ook vanuit het vliegtuig al heel bijzonder uit, maar we zullen ze de komende 2 dagen nog veel beter gaan bekijken. Er is een gravelstrip net voorbij de Bungles waar we landen, en Bruce Wayne Russel staat al met zijn bus klaar om ons op te pikken. De hele bus blijkt voor ons alleen te zijn, dus nu gaan we de rest van de dag op stap met Nick Dundee en Bruce Wayne.

Bruce is de gids en blijkt ook al een heel bijzonder type te zijn. Hij is reporter geweest en ook chief of staff van channel 9 in Sydney. Daarnaast blijkt hij ook 12 jaar in het circus gewerkt te hebben, wat hij kan laten zien door krantenknipsels waar hij op staat terwijl hij door een leeuw in zijn been gebeten wordt. Mooi figuur met prachtige verhalen, en het wordt helemaal interessant wanneer hij 's avonds in het safari camp met de enige andere gasten (engelsen) in discussie gaat over hoe de historie tussen de huidige aussies en de aboriginals nu werkelijk verlopen is.

Maar eerst gaan we nog een behoorlijk stuk wandelen door een aantal gorges in de Bungles. Volgens Bruce is het maximaal 31 graden (als ik zeg dat het warmer is gaat iedereen alleen maar harder puffen) en we drinken liters water om het vol te kunnen houden (blijkt achteraf max 41 graden geweest te zijn). Bruce heeft wel een mooi poedertje voor in het water van Marijke waardoor ze nu geen koppijn krijgt ivm uitdrogingsverschijnselen. Fantastisch mooie wandeling door het droge rivierbed naar Cathedral Gorge waar we luchen in de heel indrukwekkende natuurlijke overkapping aan het einde van de gorge.

Nadat we onze spullen in het tentencamp hebben afgezet is er nog tijd om met een hapje en drankje een stukje verder van de zonsondergang te gaan genieten voordat we weer terug moeten rijden naar het kamp voor het avondeten. Het tentje waar we inzitten is net groot genoeg voor 2 enkele bedden, maar er zijn ook perfecte grote badhokken, feitelijk voor ieder een eigen omdat er maar 7 man overnachten in het kamp (er is plek voor 60).